Is het door wanhoop gedreven, veroorzaakt door bijvoorbeeld financiële nood, ouderdom of eenzaamheid wat een enkeling er toe beweegt van een flat af te springen; of van een brug of zich voor een trein werpt? Los maken van alle ellende en hopen op een beter leven is een vaak gelezen argument in de achtergelaten spijtbetuigingen. Wat ik mij met dit schrijven afvraag is wat er eigenlijk gebeurd na die sprong, ik bedoel als het donker wordt: wat dan? Is er dan iets? Of helemaal niets? En veronderstel nu dat jij gelooft dat er een hemel bestaat en je wilt daar snel naartoe, dan spring je bijvoorbeeld van een hoge flat naar beneden om naar boven te gaan. Is dat eigenlijk geen merkwaardige paradox? Naar beneden springen om boven te komen? Dit alleen al heeft z’n bedenkingen.
Maar weet je wat? Spring effe mee en ontdek of er meer is ….
Op de 20e etage klim ik over het hekwerk, zet mij goed af en spring. Want laten we wel zijn: ik wil niet op de 18e etage op het balkon terecht komen en alleen maar een paar botten breken. Nee: ik doe het meteen goed. Ik zie de geparkeerde auto’s in de straat groter worden en snel op mij af komen. Gedachten als “heb ik het gas uitgedraaid” zijn in eens onbelangrijk want dat heeft geen waarde meer. Wat telt is deze wereld verlaten om een andere vredige wereld binnen te gaan.
Dan is het donker.
Ik merk dat ik adem haal en mijn ogen bewegen zich in hun kassen maar ik zie niets. Aardedonker is het en de omgeving voelt koud aan. Bewegingloos ben ik in deze geluidloze gewichtsloze toestand. Het enige dat ik kan is denken en de herinnering aan wat er gebeurd is. Maar waar ben ik en hoe lang al? Waarom heb ik geen pijn?
Het vertrek licht op en een verschijningsvorm komt op mij af. Het verschijnsel loopt niet maar zweeft onder mij door en over mij heen. Ongeduldig wil ik roepen maar kan geen geluid uitbrengen. Zonder woorden hoor ik het verschijnsel mijn naam noemen. In het schrale lichtschijn zie ik de contouren van een man.
“Waarop wacht je hier?” Vraagt de man. Mijn gedachten kunnen door de man worden gehoord want als ik terugdenk aan de sprong reageert de man er meteen op.
“Je bent vrijwillig uit het leven gestapt? En met welke reden of doel?”
“Ik wil naar een betere wereld.” Antwoord ik. “Weg van alle ellende van waar ik vandaan kom.”
“Hoe oud was je toen?” Vraagt de man.
“Toen? Eehhh … 76”.
“76? En hoelang ben je hier al?” Ik heb geen idee van tijd en weet het antwoord niet.
“Tja, ik kan je hier nergens vinden.” De man bladerde verder in het boek tot … “Ah, hier heb ik je.” En de man leest geduldig en zwijgend de bladzijde. Mijn bladzijde. Bestond die dan al?
“Het is voor mij duidelijk,” Zegt de man. “Je bent veel te vroeg hier. Naar aardse maatstaven gemeten ben je hier nu twee jaar. Je natuurlijke dood zou intreden op je 84e levensjaar. Je zult daarom nog 6 jaar in deze toestand moeten blijven voordat je verder kunt.”
“Nog 6 jaar?” Reageer ik verbaasd.
“Jawel.” Zegt de man. “Maar daarna zul je niet tot de nieuwe wereld kunnen toetreden. Je moet terug om je taken af te maken en het leven te volbrengen.”
“Maar wat gaat er dan allemaal gebeuren?” Vraag ik angstig. “Hoe moet het verder?”
“Onze procedure in een dergelijk geval is dat je wordt terug gestuurd. Dat betekend dat je opnieuw wordt geboren, in een andere tijd, bij een nieuwe familie in een ander land. Je zult alles opnieuw moeten leren en alles wat je ooit heb beleeft moeten herbeleven. Was je in je vorige leven een arm mens dan zul je rijk zijn en alles kunnen veroorloven wat je begeert. Indien je een rijk mens was dan zul je arm zijn en van de straat eten. Juist die verworvenheden zullen je dikwijls tot wanhoop drijven met aan jou de keuze om niet de zelfde fout te maken maar om ondanks alles een goed en waardig leven te leven. Je herinnering naar je vorige leven vervaagt en zal uiteindelijk verdwijnen: je bent dan op je zelf aangewezen.”
Hierna lost de man op in het niets en neemt het licht met zich mee.
Het is weer aardedonker en bewegingloos ben ik hier in dit niemandsland. 6 jaar nog? Denken is het enige dat mij op dit moment vergund is en ik weet niet of ik daar zo blij mee moet zijn. Met spijt denk ik terug aan de sprong.
Het leven was eigenlijk zo slecht nog niet om geleefd te worden.
©Prlwytskovsky.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.