
De karretjes waren hartstikke op bij mijn geliefde buurtsuper en dat betekent meestal een drukte van jewelste. Er kwam iemand buitenstrompelen met een overbeladen kar met voer. Geduldig wachtte ik tot zij de inhoud had verwijderd en ik er met haar karretje vandoor kon om vervolgens op te gaan in de shoppende massa, hongerig zoekend tussen de schappen. Zo gek kon ik het niet verzinnen of het was aanwezig. Een verschijnsel dat ik kort geleden niet als zodanig kon verwoorden maar daar heb ik al eens een verhaal over geschreven. In no-time stond ik weer buiten in de volle lente zon. En ik had het me daar naar me zin zeg.
Om de hoek bij de bloemenboer liep ik mijn buurvrouw bijna letterlijk tegen haar lijf.
Een buuf die eigenlijk nog nooit door mij is beschreven. Ze heeft een speciaal plekje in mijn hart maar het lot heeft altijd anders voor ons beslist dat wij elkaar op verkeerde momenten ontmoetten.
Ik vertel dit nu even in het volste vertrouwen, hè. Dat dit dus even onder ons blijft en niet wereldkundig wordt.
Vandaag leek het helemaal anders te verlopen want ze bleef zowaar staan en praatte met mij terwijl ik een blik wierp op haar mooie donkerblauwe ogen en ze rook me daar een partij lekker zeg.
In een ver verleden had ik haar eens zover gekregen dat ze mijn toenmalige optrekje durfde te betreden alwaar wij samen een fles met een ondefinieerbare inhoud ontkurkte, decanteerde en soldaat maakte. Daarna heb ik haar nooit meer gezien. Lag dat aan de wijn of tarten wij destijds ons lot met dit Bacchanaal?
Ik gaf aan dat er altijd een flesje wijn in voorraad is omdat je immers nooit weet wie er aanbelt. Ze lachte al haar tanden bloot. Godallemachtig wat een heerlijke aanstekelijke lach spreidde zij ten toon inzake deze opmerking van een heikneuter als ik.
Buufje zweefde ondertussen weg van mij en ik keek gebiologeerd- en vooral gehypnotiseerd om en zag haar zich parmantig voortbewegen. Ja zij zweefde als het ware op haar charmante ver weg van mij. Mij ondertussen in trance achterlatend.
Degene die zweefde was ik zelf omdat ik bijna van de stoeprand af lazerde en met mijn volle boodschappentas tussen de geparkeerde auto’s belandde. Net op tijd wist ik met allerlei goocheltoeren mijn roer te behouden en begaf mij met een gevoel van zeer groot welbehagen naar mijn Fiat.
Deze euforie was slechts van korte duur want drie auto’s voor mij zag ik een figuur in uniform die iets stond op te schrijven om vervolgens een geel gekleurd afscheursel onder de ruitenwisser van het betreffende voertuig te stoppen. Alarm dus en ik rende het laatste stukje naar mijn vervoermiddel, smeet de volle tassen in de achterbak, startte en wilde wegscheuren. Op dat moment kwam die galbak tussen de andere auto’s vandaan, noteerde mijn kenteken en keek mij hierbij met een valse blik aan. En dat, terwijl ik mij al op de rijweg voortbewoog! Ik probeerde nog iets leuks door mijn schouders op te halen en er raar bij te kijken, iets dat voor mij niet moeilijk is maar die rotkop keek steeds chagrijniger. Toen hij met grote halen mijn bon uitschreef gaf ik vol gas en kon het niet laten om bij wijze van groet mijn vuist te ballen en die tegen hem op te heffen. Een daad die door deze gendarmerist hoogstwaarschijnlijk verkeerd werd geïnterpreteerd.
Eenmaal thuis deed ik de buitendeur open en een heerlijke temperatuur kwam mij tegemoet, vergezeld met de nodige zonnestralen.
Het is zomer zowel buiten als tussen mijn oren en ik dacht even terug aan mijn buufje.
Ondertussen zet ik alvast de glaasies klaar want je weet maar nooit ….
©Prlwytskovsky.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.