• AVG privacy

Leuningbijter

~ Hier kun je korte verhaaltjes lezen, en soms poëzie. Het gaat over van alles.

Leuningbijter

Categorie Archief: Schiedam

About de buuf

04 zaterdag sep 2021

Posted by Leuningbijter in Buurvrouw, Schiedam, Verhalen

≈ 6 reacties



De karretjes waren hartstikke op bij mijn geliefde buurtsuper en dat betekent meestal een drukte van jewelste. Er kwam iemand buitenstrompelen met een overbeladen kar met voer. Geduldig wachtte ik tot zij de inhoud had verwijderd en ik er met haar karretje vandoor kon om vervolgens op te gaan in de shoppende massa, hongerig zoekend tussen de schappen. Zo gek kon ik het niet verzinnen of het was aanwezig. Een verschijnsel dat ik kort geleden niet als zodanig kon verwoorden maar daar heb ik al eens een verhaal over geschreven. In no-time stond ik weer buiten in de volle lente zon. En ik had het me daar naar me zin zeg.

Om de hoek bij de bloemenboer liep ik mijn buurvrouw bijna letterlijk tegen haar lijf.
Een buuf die eigenlijk nog nooit door mij is beschreven. Ze heeft een speciaal plekje in mijn hart maar het lot heeft altijd anders voor ons beslist dat wij elkaar op verkeerde momenten ontmoetten.

Ik vertel dit nu even in het volste vertrouwen, hè. Dat dit dus even onder ons blijft en niet wereldkundig wordt.
Vandaag leek het helemaal anders te verlopen want ze bleef zowaar staan en praatte met mij terwijl ik een blik wierp op haar mooie donkerblauwe ogen en ze rook me daar een partij lekker zeg.
In een ver verleden had ik haar eens zover gekregen dat ze mijn toenmalige optrekje durfde te betreden alwaar wij samen een fles met een ondefinieerbare inhoud ontkurkte, decanteerde en soldaat maakte. Daarna heb ik haar nooit meer gezien. Lag dat aan de wijn of tarten wij destijds ons lot met dit Bacchanaal?
Ik gaf aan dat er altijd een flesje wijn in voorraad is omdat je immers nooit weet wie er aanbelt. Ze lachte al haar tanden bloot. Godallemachtig wat een heerlijke aanstekelijke lach spreidde zij ten toon inzake deze opmerking van een heikneuter als ik.
Buufje zweefde ondertussen weg van mij en ik keek gebiologeerd- en vooral gehypnotiseerd om en zag haar zich parmantig voortbewegen. Ja zij zweefde als het ware op haar charmante ver weg van mij. Mij ondertussen in trance achterlatend.

Degene die zweefde was ik zelf omdat ik bijna van de stoeprand af lazerde en met mijn volle boodschappentas tussen de geparkeerde auto’s belandde. Net op tijd wist ik met allerlei goocheltoeren mijn roer te behouden en begaf mij met een gevoel van zeer groot welbehagen naar mijn Fiat.
Deze euforie was slechts van korte duur want drie auto’s voor mij zag ik een figuur in uniform die iets stond op te schrijven om vervolgens een geel gekleurd afscheursel onder de ruitenwisser van het betreffende voertuig te stoppen. Alarm dus en ik rende het laatste stukje naar mijn vervoermiddel, smeet de volle tassen in de achterbak, startte en wilde wegscheuren. Op dat moment kwam die galbak tussen de andere auto’s vandaan, noteerde mijn kenteken en keek mij hierbij met een valse blik aan. En dat, terwijl ik mij al op de rijweg voortbewoog! Ik probeerde nog iets leuks door mijn schouders op te halen en er raar bij te kijken, iets dat voor mij niet moeilijk is maar die rotkop keek steeds chagrijniger. Toen hij met grote halen mijn bon uitschreef gaf ik vol gas en kon het niet laten om bij wijze van groet mijn vuist te ballen en die tegen hem op te heffen. Een daad die door deze gendarmerist hoogstwaarschijnlijk verkeerd werd geïnterpreteerd.
Eenmaal thuis deed ik de buitendeur open en een heerlijke temperatuur kwam mij tegemoet, vergezeld met de nodige zonnestralen.
Het is zomer zowel buiten als tussen mijn oren en ik dacht even terug aan mijn buufje.

Ondertussen zet ik alvast de glaasies klaar want je weet maar nooit ….

©Prlwytskovsky.

  • Tweet

Vind ik leuk:

Like Laden...

Buurtsuper perikelen

18 vrijdag jun 2021

Posted by Leuningbijter in Column, Schiedam, Verhalen

≈ 6 reacties


“De paden worden hier steeds ontoegankelijker, nietwaar?” Zeg ik terloops tegen een winkelende vrouw die een beladen kar naast zich heeft staan. Verongelijkt kijkt ze mij aan en trekt haar boodschappenkar opzij.
“Ja maar onderwijl sta je wel naar mijn wagentje te kijken.” Pareerde ze boos.“
Mevrouw, ik kan kwalijk naar uw tieten gaan staan kijken want dan ben ik snel uitgekeken en kan ik u met alle gemak passeren.”
Verderop kom ik haar weer tegen maar nu bij de potgroenten.
“Eens even kijken.” Mompel ik: “Doperwtjes moet ik hebben.”“
Je houd niet op hè.” Valt ze naar mij uit.
“Wat mankeert u nou?” Vraag ik haar. “Ik zoek doperwtjes, meer niet.”
“Een varken ben je, een ongemanierd schepsel.” Tierde ze door de zaak.

Ik laat haar voor wat ze is en loop met gefronste wenkbrauwen naar het brood en zoek in de broodberg of er iets van mijn gading bij ligt.
“Ah.” Mompel ik: “Een droog sneetje.” En meteen breekt er weer een massaconcert los, op z’n plat Schiedams welteverstaan.
“Goh mevrouw, en ik had u niet eens in de gaten.” Zeg ik.
Nu kreeg ik bijval van de broodverkoopster die aan de vrouw meedeelt dat ik in mijzelf sta te praten en niet tegen haar.
“Maar hij loopt de hele tijd al seksistische opmerkingen naar mij te roepen.” Jammert de vrouw, maar niemand luistert naar haar.

Puur toevallig sta ik bij de kassa achter haar. Je kan het rotter treffen nietwaar? Elk stukje dat de band vooruit beweegt zet ik snel een van mijn boodschappen erop.
“Heb je haast?” Blaft de vrouw naar mij.
“Nee hoor, ik heb alle tijd. Ik ren al rond vanaf 6 uur vanmorgen en nu is het pas 18 uur dus ik ga zo meteen lekker koken en dan hoop ik om 20 uur klaar te zijn met alles. Dus ga gerust uw gang en stoort u zich vooral niet aan mij, van mij heeft u geen last; ik ben er niet!”
Zij slaat ineens haar handen voor haar mond en richt het woord tot de caissière.
“Ik ben helemaal nat.” Hoor ik haar zeggen. Mijn mond trekt zich in een big smile van oor tot oor en ik sta met mijn handen in mijn zakken het tafereel gade te slaan.
“Sta niet zo stom te grinniken.” Brult ze naar mij.
“Ohw het is het pak melk dat lekt. Ik dacht even dat één van uw borstjes leegliep.”
Het lekkende pak melk smijt ze pardoes in mijn karretje en de spetters vliegen in het rond. De chef vakkenvuller komt er meteen aan en hij neemt de vrouw apart. Gezamenlijk verdwijnen zij in het knusse achteraf kantoortje.
“Nu bent u ook helemaal nat.” Giert de caissière hard lachend.
“Ja.” Lach ik hardop met haar mee. “Maar hoe moet ik dat nu straks thuis weer uitleggen? Een lekkende siliconen doperwt?”

©Prlwytskovsky.

  • Tweet

Vind ik leuk:

Like Laden...

Het Paaspark

04 zondag apr 2021

Posted by Leuningbijter in Column, Schiedam, Verhalen

≈ 7 reacties


Zomaar een eerste Paaszondag in 2021. Het park onderaan onze Z-flats ligt er verlaten bij. Niemand die een hond uitlaat, die zich afbeult op de trimbaan of aan het joggen is. Het grasveld ligt er uitnodigend bij maar wordt niet gebruikt door spelende kinderen met wakende moeders op bankjes die hun kroost in de gaten behoren te houden.

Een eenzame wandelaar loopt over de kronkelende paadjes en kijkt naar de bedden met narcissen die zich kleurrijk in de richting van de zon buigen. Een klimop leeft zich uit in frisse groene kleuren terwijl zijn gastheer er nog treurig en kaal bijstaat. Een boom neigt naar omvallen nadat hij door de laatste storm is scheef geduwd maar hij houdt zich met zijn wortels kranig vast. De speeltuin en de zandbak liggen er verlaten bij. Door de zachte wind beweegt de schommel traag heen en weer.

De wandelaar kijkt langs de balkons en ziet niemand buiten zitten terwijl het toch al rond het middaguur is. Lege stoelen met een enkele tafel staan hier en daar buiten, dat wel. Maar niemand laat zich op deze bewolkte Paasdag op dergelijk uitnodigend meubilair zien. Je bent rijk als je zelf zo’n terrasbalkon hebt maar mensen beseffen hun eigen rijkdommen niet zoals gezondheid en je eigen privé terras. En dat, terwijl men voorstanders is dat de terrassen in de stad snel open ‘moeten’ ontgaat hun het bezit van een eigen terras. Komt dat voort uit luiheid omdat je op je eigen terras jezelf moet bedienen?

Zomaar een lentedag, op de eerste Paaszondag in april. Een wijk vol flats en een verlaten park met een eenzame wandelaar. De wandelaar kuiert verder en blijft op het bruggetje staan. In het water ziet hij een karper langzaam onder hem doorzwemmen. Vogels zijn druk met het bouwen van nesten; een reiger staat langs de waterkant te gluren of er niet een smakelijke kikker voorbij wipt.

De wandelaar loopt om de flat heen naar de parkeerplaats van een klein winkelcentrum. Van alle kanten lijkt ineens het lawaai op hem af te komen. Een man zit in zijn auto met alle ramen en deuren wijdt open en heeft daarbij zijn autoradio hard aanstaan. Auto’s rijden door de straat en de bestuurders vinden dat ze eerst hard moeten optrekken om dan met gillende banden te stoppen, zo nutteloos lijkt dit. Rondhangende knullen brullen om het hardst in een vreemde taal. Reigers en vogels zijn aan deze kant niet te vinden.

De wandelaar aanschouwt het tafereel en loopt terug naar de achterkant van de flat, terug het park in. Op het moment dat hij om de hoek verdwijnt is het alsof hij in een andere dimensie stapt; terug in de oase van rust en stilte van de natuur.
Twee werelden zo dicht op elkaar, slechts gescheiden door een flat. Het lijkt wel of mensen het genieten in- en van de natuur verleerd zijn terwijl de natuur toch de bakermat van ons bestaan is.

©Prlwytskovsky.

  • Tweet

Vind ik leuk:

Like Laden...

Relatieleed

27 zaterdag feb 2021

Posted by Leuningbijter in Column, Schiedam, Verhalen

≈ 5 reacties


Met haar amandelvormige ogen en gitzwarte haren golvend tot over haar schouders, met een figuur als een zandloper, zie ik haar voor het terras staan. Gebiologeerd bekijk ik haar en bedenk een stemgeluid waarmee zij tegen mij zou kunnen praten, hoe zij zou ruiken, zou lachen; of hoe zacht zij zou aanvoelen als ik haar aanraak.

Zij loopt het terras op en neemt tegenover mij plaats aan een tafeltje in de zon. Uit haar tas haalt zij een spiegeltje en een borstel en begint haar lange golvende zwarte haren te borstelen. Zij bekijkt zichzelf in haar spiegeltje en met een tissue dept zij haar ogen. Ze kleurt haar lippen en stopt alles weer terug in haar tas.
Een Spa rood wordt voor haar neergezet en zij slaat haar ranke benen over elkaar. Van links naar rechts kijkt zij het pad af alsof zij iemand verwacht. Ze graait in haar tas en legt een pakje sigaretten op tafel maar steek er geen op. Haar ogen dwalen over het terras en ontmoeten mijn ogen waar ze heel even aan blijven hangen maar dan kijkt zij verder, overduidelijk op zoek naar iemand.

Er komt een man het terras oplopen en hij gaat direct naast haar zitten. Hij slaat zijn arm om haar heen en na een overweldigende zoen begint hij tegen haar te praten. Zij duwt hem van zich af en neemt het gesprek over. Het lijkt wel of zij hem terecht wijst. Wilde gebaren en vuurspuwende ogen hebben tot gevolg dat zij opstaat en haar spullen in haar tas doet. Zonder verder nog iets te zeggen loopt zij weg, de man sprakeloos achterlatend.
Ik reken af en loop haar uit nieuwsgierigheid achterna. Zij loopt de brug over en slaat linksaf. Bij de fietsenstalling blijft zij staan en kijkt om zich heen. Ze steekt nu wel een sigaret op en blaast de rook uit haar rechter mondhoek naar omhoog. Ongeduldig kijkt zij om zich heen en tipt de as van haar sigaret.

Een andere man loopt recht op haar af. Als zij hem ziet gooit zij meteen haar sigaret weg en rent op hem af. Armen die om lichamen klemmen, monden die zich aan elkaar vastzuigen en toeschouwers die, geraakt door dit moment, applaudisseren.

Verderop staat de man van het terras. Hij bekijkt zich het gebeuren en draait zich om. Met zijn handen diep in zijn zakken en het hoofd voorover gebogen loopt hij weg van dit tafereel.

©Prlwytskovsky.

  • Tweet

Vind ik leuk:

Like Laden...

Marja

21 zondag feb 2021

Posted by Leuningbijter in Column, Schiedam, Verhalen

≈ 6 reacties


Hand in hand liepen wij door het laantje. Aan de linkerkant waren bosjes met daarachter een vijver en daarachter de Schiedamse begraafplaats. Aan de rechterkant kabbelde de Schiedamse poldervaart. Voorheen een vaart die van de rivier de Maas via de ‘Vijfsluizen’ naar de Schie liep, maar dat tegenwoordig een stilstaand water is. Net voor die vijfsluizen stond nog het gebouw van het stoomgemaal dat het waterpeil in de polders moest regelen.
Het was een lome zomerse dag in 1965. Zij liep in haar wijd uitlopende jurk naast mij en hield mijn hand vast. Het was voor het eerst dat wij hand in hand liepen want wij kenden elkaar nog maar net. Tijdens het lopen keek ik stiekem naar haar en gluurde naar het profiel van haar gezicht, en naar haar borstjes die zachtjes wiegden op de maat van haar parmantige pasjes.

Het pad maakte een grote lus en in die lus was destijds een roeibotenverhuur gevestigd. Ik huurde daar een roeibootje en peddelde met haar de poldervaart op langs de Babbersmolen. Het wateroppervlak lag er gladgestreken bij en de zon brandde aan de hemel. Ik liet het bootje rustig dobberen. Zij lag daar languit met haar handen op haar buik gevouwen en haar ogen gesloten. En wat was ze mooi met haar ravenzwarte haar, met haar roomblanke huid en haar ranke verschijning. Ze opende haar donkerblauwe ogen in spleetjes en vroeg waarom ik niet verder roeide. Dat maakt herrie zei ik, dan maak ik je misschien wakker. Ze glimlachte en sloot haar ogen weer.

Één uur kon je dat bootje huren, dus moest ik snel terugroeien naar het eilandje van de botenverhuur. Met moeite kreeg ik haar wakker en ik hielp haar de kant op. Op het terras van de botenverhuur dronken wij een glaasje sinas. Zij praatte honderduit en lachte zo mooi en vooral aantrekkelijk. Zij keek mij aan met haar donkerblauwe ogen, Godsamme wat was ik verliefd aan het worden.

Aan het einde van de middag bracht ik haar naar huis en ik mocht binnenkomen. Samen zaten wij aan tafel en zij vertelde aan haar aanwezige oma over onze middag. Maar na Peyton-Place moest ik naar huis zei ze. Ik keek haar aan, hoorde haar praten en zag haar bewegen. Als ze lachte dan kirde ze zelfs. In de gang kreeg ik mijn eerste welgemeende knuffel en ik hield haar stevig vast. Wat had ik haar graag in mijn zak gestoken en meegenomen in mijn verdere leven maar het lot besliste anders over ons.
Ik sloot mijn ogen en droomde terug naar onze jeugd, naar ons bootjes avontuur op die zomerse dag in 1965. Ik zag haar weer liggen in dat bootje, met haar handen op haar buik gevouwen.

Marja, wat heb je mij een mooie herinnering nagelaten.

©Prlwytskovsky.

  • Tweet

Vind ik leuk:

Like Laden...

Aandrang en appeltaart

12 zaterdag sep 2020

Posted by Leuningbijter in Schiedam, Verhalen

≈ 5 reacties

Tags

Appeltaart, Toiletbezoek, Toiletdeuren


Iedereen heeft wel eens last van aandrang op momenten dat het je niet echt uitkomt. Bijvoorbeeld als er helemaal geen toilet in de buurt is of als je haast hebt. Een dikke boom uitzoeken in een druk winkelcentrum is al helemaal geen optie. Maar wat dan wel?
Ik zie een klein zaakje waar mensen aan kleine tafeltjes een appelpunt eten of met een stuk kersenvlaai met slagroom verlekkerd de voorbijganger zijn ogen uitsteekt. Dit beeld verbond ik meteen aan een de mogelijke aanwezigheid van een toilet en daarom stapte ik kordaat naar binnen. Eerst keek ik speurend in het rond en zag achter in de zaak toiletdeuren dus ik kon mijzelf geruststellen en bestelde bij de serveerster koffie en een appelpunt met slagroom.
“Smijt maar neer.” Zeg ik. “Ga ik ondertussen even daarheen.” En wijs in de richting van de achterkant van de zaak. Zij knikt dat zij mij begrijpt.

De ingangen van de toiletten zijn gelardeerd met een soort poortwachters in de vorm van aan beide zijden geplaatste tafeltjes met bijbehorende etende en pratende mensen. Wist ik dit van tevoren dan had ik gisterenavond witte bonen met uien gegeten.
Als klein behuisd koffiezaakje moet je nu eenmaal effectief met de beschikbare ruimte omspringen, nietwaar? Een gekregen paard mag je niet in de bek kijken want in dit geval is er een toilet aanwezig en daar gaat het mij nu even om.
De deur van het toilet gaat naar binnen toe open en ik kom in een soort voorportaaltje met een wasbak en een spiegel. Ik probeer de deur achter mij dicht te krijgen maar dat past niet omdat ik klem sta tussen deur en wasbak. De tweede deur, die naar het toilet, slaat naar mij toe open maar de openstaande kier is niet ruim genoeg om mij door te laten. Ik zal terug naar buiten moeten om met een nieuwe strategie het toilet te bezoeken.
Verbaasd kijkend buitengekomen kijken de poortwachters mij meewarig aan maar gaan onverschrokken verder met hun gesprekken, de man in nood hopeloos aan zijn lot overlatend.

Ik open nogmaals de toegangsdeur, kijk naar binnen en overzie de situatie. Ik stap het vertrek in en trek de volgende deur helemaal open. Nu loop ik door, voorbij het wasbakje zelfs en trek de buitendeur achter mij dicht. Eindelijk sta ik oog in oog met de zo fel begeerde toiletpot en trek de deur achter mij dicht, duw het schuifje naar links en laat mijn opgekropte spanningen de vrije loop.
Maar nu? Ik zal ook weer terug moeten, naar buiten. Geruime tijd denk ik na hoe ik dit vraagstuk moet oplossen en wel in omgekeerde volgorde. Stap voor stap volg ik mijn gevoel en het lukt mij eindelijk de uitgang te vinden. Opgelucht stap ik op mijn tafeltje af waar de koffie met gebak al klaar staat.

Er loopt een man op de toiletdeur af. Nieuwsgierig kijk ik toe hoe dit afloopt. De buitendeur van het toilet wordt gesloten en ik hoor een hoop gestommel. Niet veel later komt de man weer naar buiten en kijkt hulpeloos om zich heen, je ziet hem wikken en wegen en een volgende poging wordt ondernomen. Wederom komt de man weer naar buiten en vraagt hierbij aan de poortwachters hoe één en ander in zijn werk gaat. De poortwachters zijn in dit geval dames dus die hebben geen ervaring met deze toegangsdeur en vertellen hem dit ook.

Mijn bordje is leeggelikt en ik ga afrekenen. Naast mij staat de man met de hoge nood en hij vraagt mij hoe ik dat heb opgelost om daar binnen te komen.
“Beste man.” Zeg ik. “De vraag is niet hoe je er binnenkomt maar eender hoe je er weer uitkomt.”
Als ik over zijn schouder kijk zie ik twee dames naar het andere toilet gaan. Hier zou je voor je lol de hele dag blijven zitten, maar dat is budgettair ondoenlijk.

©Prlwytskovsky.

  • Tweet

Vind ik leuk:

Like Laden...

Terrasje pakken

08 zaterdag aug 2020

Posted by Leuningbijter in Column, Schiedam, Verhalen

≈ 5 reacties



Net nu ik een heerlijke kom koffie bestel op een rustig terras komen er een stel luidruchtige knullen en meiden aan. Met z’n tienen zijn zij. Achter hun loopt een oude vrouw met een rollator het terras op. Tafels en stoelen worden overal weggeplukt en in een kring neergezet.

“Bier mot er komme!” Slaat er eentje met zijn vuist op tafel. “En gauw!” Brult een tweede. Waarmee de toon wordt gezet wat ons te wachten staat.
De oude vrouw drentelt doelloos rond op zoek naar een rustig plekje in de zon.
Één persoon staat op en loopt daarbij bijna de vrouw omver. Hij zegt: “Sorry ga hier maar zitten.” En knikt met zijn hoofd naar een klein vierkant eenpersoons tafeltje. Meteen pakt hij het op haar tafel staande gerief zoals een Kandijsuiker potje en de koffiemelk en smijt dat op hun tafel neer. De oude vrouw kijkt verschrikt om zich heen maar gaat zitten.

De bediening brengt een blad bier voor de jeugdige herriemakers en bij de oude vrouw wordt een kom koffie neergezet en een appelpunt met slagroom. Tevreden kijkend lepelt zij de slagroom er het eerst af en knabbelt dan aan de rest van de punt tot deze op is. Ondertussen kijken haar spiedende ogen wantrouwend rond in haar omgeving en daarbij kijkt zij mij aan. Ik knik haar vriendelijk toe en heel even lijkt het alsof zij haar mondhoeken tot een cynische glimlach optrekt.

De bediening loopt met een bonnetje naar de tafel van de oude vrouw.
“Nee.” Hoor ik de vrouw zeggen: “Ik hoor bij hun maar die herrie is allemaal niks voor mij daarom zit ik hier.”
Het bonnetje van de oude vrouw wordt door de bediening in de klem van de herriemakers geklemd.
De oude vrouw staat op en loopt met haar rollator de promenade op waarna zij oplost in de menigte.
Ik moet er hartelijk om lachen net op het moment dat het gepeupel in luid schaterlachen losbreekt. Twee personen draaien zich om en zien mij lachen. Wahahaaaa … “Gaaf he?” Zegt er eentje. Ondertussen proestend wijzend naar de andere kant van hun tafel.
“Ja.” Zeg ik: “Schitterend. Ik kom niet meer bij.”

©Prlwytskovsky.

  • Tweet

Vind ik leuk:

Like Laden...

Lazy summerday

02 zondag aug 2020

Posted by Leuningbijter in Schiedam, Verhalen

≈ 4 reacties



Je kent ze vast wel, die zomers met die drukkende warmte. Wandelend door de polder. De zon schijnt brandend op je huid en zweet parelt langs je hoofd en lichaam, en baant zich een weg naar beneden. De weinige kleding plakt aan je vast.

Op een smalle landweg ga ik in het gras zitten, langs een slootkant. Een libelle zoemt langs mij heen op zoek naar een prooi of naar een plek om te zonnen. Het wateroppervlak ligt er roerloos gladgestreken bij. Waterplanten staan bewegingloos in de sloot en proberen elke zonnestralen te vangen.
De warmte maakt loom en ik ga achterover in het gras liggen en tuur langs de blauwe hemel. Één enkel wit wolkje zie ik, meer niet. In de verte hoor ik het geluid van een vliegtuig. Langzaam droom ik weg in deze serene stille oase van rust. Een lieveheersbeestje landt op mijn borst en loopt van links naar rechts, tussen mijn begroeiing door. Ik laat hem, of haar. Een man en een vrouw fietsen aan mij voorbij. Zij praten en lachen maar hebben mij niet gezien in het hoge gras.

Een cessna vliegt boven mij met een reclamesleep achter zich aan. Het zingende monotone geluid van de motor krijgt een heel ander timbre in deze warmte dan met elke andere weersgesteldheid. Wat er op de reclamesleep staat kan ik niet lezen want ik lig er recht onder. Heel langzaam ebt het geluid weg en de cessna glinstert alleen nog in het zonnelicht. Bijna uit het zicht zie ik hem nog net naar links draaien en dan ben ik hem kwijt.
Het lieveheersbeestje ben ik ook kwijt. Ongemerkt vloog het weg van mij, zoals ooit ook andere dingen van mij wegvlogen. Maar daarover misschien een andere keer.

Rechts van mij zit een vogel op een tak, een merel denk ik. Of hij mij ziet weet ik niet maar ik blijf onbeweeglijk liggen en luister naar zijn gezang.
Hoog in de lucht vliegt een grote vogel. Ik zie zijn vleugels op en neer bewegen en tuur hem na. Hoe verder hij wegvliegt hoe meer het beeld van de vliegende vogel vertekend. Zijn vleugels blijven nu stil en het lichaam lijkt op en neer te bewegen.
Aan de horizon zie ik in de trillingen van de warmte een trein voorbijrijden op het traject Delft-Schiedam, door de afstand zonder geluid. Trillend in de warmte snelt hij voort, langs Veere aan de Kandelaar. Een dorp dat ik in een ander verhaal al eens heb benoemd.
Ik sta op en meteen vliegen er drie vogels weg. Ongemerkt waren zij heel dicht bij mij gekomen. Over het smalle pad wandel ik terug, terug naar huis. Soms even omkijkend naar deze natuurlijke idylle.
Schreeuwende fietsers en toeterende auto’s doen mij realiseren dat ik weer terug ben, terug in de realiteit; maar het is er net zo drukkend warm.

Heerlijk toch, om een totaal andere wereld vlak naast de deur te hebben en er in te kunnen stappen wanneer je maar wilt.

©Prlwytskovsky.

  • Tweet

Vind ik leuk:

Like Laden...

Theofilus

27 zaterdag jun 2020

Posted by Leuningbijter in Schiedam, Column

≈ 6 reacties

Tags

Vallen, Theofilus, Fietsen



Theofilus is een naam met een diepere betekenis. Denk daar niet te min over. Van oorsprong is het een koppeling van twee Griekse woorden. Theos wat God betekent, en filos wat vriend betekent. Een Vriend van God dus. Naderhand kwamen er meerdere varianten op deze naam zoals Theo en Thea, Theofiel en Theodorus. Dorus wordt zo iemand dan al snel genoemd en mocht je de waarheid niet spreken dan is er altijd nog Theoloog. Theoviel bestaat ook maar daarover later.

Punt is dat er in Schiedam ook een Theo rondwaart. Weliswaar onzichtbaar voor mij maar toch is hij er. Theo hoort namelijk geluiden en dat laat hij aan iedereen weten die het maar horen wil- en bovenal niet horen wil. Theo heeft namelijk een bijzondere wekker: een vliegtuig! Nu denk je natuurlijk nou en: wat kan mij dat schelen? Maar zo simpel is dat niet. De vliegtuigen van Theo zijn niet op één hand te tellen en stijgen ’s morgens om de tien minuten op en geven daarbij nog een extra dot gas boven het zwerk van Theo. Dit om hem op tijd te wekken. Iets waar Theo niet zo gecharmeerd van is. Maar genoeg over Theo nu.

Van de week bijvoorbeeld, liep ik weer eens door mijn Schiedam en keek mijn ogen uit. De stilte die je daar ziet is gewoon beangstigend. Een winkelstraat waar, vanaf het stadhuis komend, niemand loopt. Een glasblazerij prijst er zijn waren aan maar er is niemand om ze te kopen. Verderop een drankenzaak waarin de verkoper verveelt op zijn toonbank leunt. Een nieuwe winkelier die in helder licht zijn pannen te koop heeft staan in een mensloze winkel. Een aannemer verbouwt een winkel en draagt een stuk hout naar binnen. Hoe zinloos lijkt dat want er is niemand die er zijn nering drijft. Maar ja: men zegt dat het er leuk uit gaat zien.

Bij de handige man en een print cartridge gekocht en dan krijg je er meteen een gratis pak A4 papier bij- en zelfs een usb stick van 8Gb.
“Dat raak je anders aan de straatstenen niet kwijt zeker?” Merk ik terloops op.
Vriendelijk lachend wordt alles ingepakt en overhandigd. Ik lach schaapachtig terug.
Dan de hol af en even bij mijn vrienden langs. Kwestie van me neus laten zien. Handjes schudden, bakkie koffie en een beetje bijpraten. Wij komen te spreken over het verval in onze stad, over panden die worden afgebroken en panden die juist niet worden afgebroken. Over de gaten die deze afbraak achterlaat alsof er een tandarts kwistig met zijn trektang is omgesprongen en hier en daar willekeurig een kies heeft uitgetrokken. Één gat hebben ze zelfs de naam van een voormalig wethouder gegeven. Kan je nagaan.

Al kwebbelend in de krappe ruimte met twee stoeltjes verschijnt er ineens een mooie blonde vrouw. Tijd om op te stappen. Nee nee, niet dat ik bang ben voor blonde vrouwen want ik prefereer daarentegen zelfs zeer krappe ruimtes met daarin een blonde vrouw die je zonder goed fatsoen niet kunt passeren. Maarrrr ik dwaal af, er is meer te doen en ik loop verder.

Een vrouw met een kind achterop haar fiets heeft moeite met afstappen in correlatie tot haar evenwicht en loopt moreel en fysiek paars aan. Kind wordt uit het zitje geplukt en de fiets pardoes tegen een boom gesmeten. Moeder met kind lopen verder en de fiets zie je denken: zal ik omvallen of niet?

Fietsen. Ook zoiets waar Theo over ‘viel’. Letterlijk. Maar daarover misschien een volgende keer.

©Prlwytskovsky.

  • Tweet

Vind ik leuk:

Like Laden...

TV debatten en zo

11 zaterdag apr 2020

Posted by Leuningbijter in Column, Schiedam, Verhalen

≈ 4 reacties



Mijn buurman kijkt graag naar TV debatten van onze regering. Ik niet want ik hoor het wel als er resumerend over wordt na gekaart. Nee vroeger keek ik wel, zelfs naar onze Schiedamse raadsvergadering op de regionale tv zender. Maar dat is jaren geleden. Ik gun je even een terugblik hoe het er destijds aan toe ging.

Na de verkiezingen is dit een laatste raadsvergadering waarin de zittende wethouders zitting hebben. Even de situatie schetsen zoals ik deze waarneem op het moment dat ik inschakel. Zij zitten erbij alsof er niets aan de hand is, en dat is er eigenlijk ook niet. Mannen met wild uitgedoste kapsels en een vrouw met een hoog voorhoofd denken dat zij één of ander sprookje moeten voordragen; ook een hoopje aanstaande ex- wethouders die schaapachtig zitten te genieten van het schouwspel. Dit alles gelardeerd met een waarnemend burgermeester die continu kwaad de zaal in kijkt. Tenzij zij zo’n kop heeft.

Dan nu de toon zetten:
Als je als Schiedamse jeneverneus iets wilt zeggen ten overstaan van de raad, spreek de raad dan ook toe. Dus kijk de raad aan tijdens het spreken, las korte pauzes in om de gesproken woorden te laten doordringen. Kijk je toehoorders daarbij aan! Kijk desnoods even in de camera van de lokale tv en zorg dat je woorden wortel schieten en niet als een voordracht wordt ervaren van Thor Heyerdahl’s wonderbaarlijke zeilreizen met zijn papyrusboot RA2.

Maar nee, men leest het voor alsof het een opstel betreft van het derde jaar van de basisschool. Er zijn echter mannen die zoiets wel heel goed kunnen. Dat zijn de enkelingen die ervaring hebben met het Schiedamse gebeuren. Leuk of niet leuk maar zij weten in elk geval van de hoed en de rand en dat is goed voor Schiedam. Dat-motte-we-hebbe!
Ik weet het: ik roep daarmee onheil over mij af maar dat kan mij niet schelen. Zo erg is het met mij al gesteld als geboren Schiedammer dat het mij niets meer doet als ik onheil over mij afroep en een enkeling mij zelfs op de brandstapel wil gooien.

Een bijna kale man pakt de microfoon en verrekt het eveneens om op te kijken tijdens zijn betoog. Bretels draagt hij en volgens inside talking worden daar twee redenen voor gegeven.
1. Dat hij een ziekte onder de leden heeft waarbij hij zijn broek niet kan ophouden; een trendy mannenkwaal verwant aan incontinentie.
2. Zijn bretels worden ter zelfbescherming vast getimmerd aan zijn raadszetel om erger te voorkomen.
Ik weet niet voor welke van de twee mogelijkheden ik moet kiezen.

Vervolgens staat er weer iets op een onverstaanbare manier te oreren, in een roze shirt nog wel en met een paar ogen op sap alsof ze nachten lang niet geslapen heeft. Maar toch wil ik er niets van missen omdat in zekere zin de toekomst van Schiedam op het spel staat. Het enige dat zij in mijn ogen uitstraalt is: hoe voorkom ik dat ik word geneukt.

Is dit de toekomst van mijn Schiedam? Vraag ik mij af. Moet dit het worden? Wordt hiermee bijvoorbeeld de leegstand van de winkelpromenade opgelost? Ik heb echt te doen met de hartwerkende middenstanders die met moeite hun kop boven water kunnen houden. Met mensen bijvoorbeeld die hun etalage zien weggestopt achter een oude sluis en waar bij festiviteiten een niet ter zake doende marktkraam ongevraagd voor hun snuffert wordt geplaatst. Of een middenstander die Schiedam verlichting wil geven en zijn nering drijft aan een kade waar geen verkeer meer over mag.

Schiedam, please go Back to Black, zoals Amy Winehouse dat zo mooi vertolkte. Terug naar zwart Nazareth, het oer- Schiedam. Terug naar de wortels waarmee Schiedam is geworden tot wat ze nu is. Haar geschiedenis waarderen en er trots op zijn.

©Prlwytskovsky.

  • Tweet

Vind ik leuk:

Like Laden...
← Oudere berichten

Pages

  • AVG privacy

Archief

Categorieën

  • Buurman
  • Buurvrouw
  • Column
  • De Kattenhemel
  • Poëzie
  • Schiedam
  • Verhalen

Volgers en gevolgden

Sites die ik volg

Follow Leuningbijter on WordPress.com

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

PACO'S COLUMNS

TOOS&ART

Beleef de wereld van beeldend kunstenaar TOOS van Holstein, haar kunstleven, haar ervaringen, haar ideeën

Pippi's hometown

een blog met sterke verhalen

TekstFontein | Christien Romp

tekstschrijver / redacteur uit Velp (bij Arnhem)

Petra M. Jansen

Verhalen en gedichten over het dagelijks leven maar ook verzonnen verhalen.

Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid
  • Volg Volgend
    • Leuningbijter
    • Heb je al een WordPress.com-account? Nu inloggen.
    • Leuningbijter
    • Aanpassen
    • Volg Volgend
    • Aanmelden
    • Inloggen
    • Deze inhoud rapporteren
    • Site in de Reader weergeven
    • Beheer abonnementen
    • Deze balk inklappen
 

Reacties laden....
 

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.

    %d bloggers liken dit: